Friday, March 20, 2015

Guestpost Harro Maas: Schaamteloosheid UvA economen kent geen grenzen

In 2010 verkeerde de Faculteit Economie, Econometrie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam door mismanagement in zware financiële problemen. De respons van het gestaalde neoklassieke kader was om de faculteit te 'zuiveren' van alle bij- en zijvakken. De toonaangevende, zeer productieve vakgroep Methodologie en Geschiedenis van het Economische Denken was een van de grootste slachtoffers van deze koelbloedige 'ruiming'. Destijds schreven een aantal externe sympathisanten van de vakgroep -- waaronder naamgever van deze blog -- een stuk op hoge poten waarin wij er op wezen dat het een gotspe was dat een economiefaculteit twee jaar na het grootste cognitieve falen van de economiediscipline juist die vakken en subdisciplines 'ruimt' die voor broodnodige zelfreflectie en zelfkritiek zouden hebben kunnen zorgen. Vijf jaar later is het administratief centrum van de UvA bezet door studenten en docenten die de eenzijdige nadruk op kwantitatieve rendementen spuugzat zijn en bestaat het triumviraat dat de Faculteit Economie etc. aanstuurt het om het eigen 'ruimen' van vijf jaar geleden aan de Faculteit Geesteswetenschappen als voorbeeld voor te houden. Dat gebeurde in twee krantenstukken: een in de Volkskrant van de hand van Arthur Schram en een in Het Financieele dagblad van de hand van Roel Beetsma, Han van Dissel en Marc Salomon. Een dag later, tijdens een door de studenten van Room for Discussion georganiseerd debat over de toekomst van de UvA, bestond Van Dissel het om zijn spijt te betuigen over het afstoten van de vakgroep Methodologie en Geschiedenis. Een van de 'geruimden', Harro Maas, gerenommeerd historicus van het economische denken en goede vriend van mij, schoot het in het verkeerde keelgat. Hij schreef een woedend epistel dat wees dreigde te worden maar dat mijns inziens een bredere lezersschaar verdient. Al was het maar omdat het leert dat er weinig voorbeeldigs is aan de wijze waarop het bestuur van de economiefaculteit tegen wetenschap aankijkt. Vandaar dat ik Harro's schotschrift hier afdruk.


Schaamteloosheid UvA economen kent geen grenzen

In de Volkskrant van 13 Maart verwijt UvA econoom Arthur Schram de UvA studenten die nu al weer een aantal weken het Maagdenhuis bezet houden de “plank volledig mis te slaan”. In het Financieel Dagblad van 17 Maart zetten decaan en vice-decanen, Han van Dissel, Roel Beetsma en Marc Salomon, met voorbijgaan aan de kritiek van politieke wetenschapper Eva Schram in de Volkrant van afgelopen zaterdag op het betoog van haar vader, de argumentatie van econoom Schram nog eens even dik aan. Zoals economen dat gewoon zijn, gebeurt dat met verdraaiing van begrippen en op basis van veronderstellingen die met de werkelijkheid weinig van doen hebben.

Arthur Schram verdedigt het rendementsdenken met een beroep op een efficiente besteding van belastinggeld. Met de introductie van een professioneel management werd die efficiëntie beter gediend dan onder de stroperige democratische instituties van de jaren zeventig. Maar als we voor zijn eigen faculteit, de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) bekijken wat professioneel management van de jaren negentig tot heden inhield, dan moeten we allereerst constateren dat van zogenaamde professionals geen sprake was. Gedurende lange tijd was een ontwikkelingseconoom benoemd als decaan, en vervolgens een Groningse econometrist. Zelfs als we beide heren zien als “professioneel bestuurders”, dan betekent dat nog niet dat de FEB ook professioneel werd bestuurd. Schram laat onbesproken dat onder beide decanen een organisatie werd opgetuigd die een loopje nam met de boekhoudregels van de UvA als geheel, wat leidde tot het ontslag op staande voet van de tweede decaan, en tot een ingrijpende reorganisatie van de hele faculteit. Om een idee te geven, het tekort in de boeken bleek, begin januari 2010, niet 1 miljoen Euro te zijn, maar 7,5. Op een begroting van zo’n 35 miljoen.

Tot zover, zou je denken, economenpraatjes over professioneel bestuur en een efficiënte besteding van belastinggeld. De bezettende studenten, en sympathiserende docenten, hebben, zou je ook denken, groot gelijk dat ze volledige inzage vragen in de financiële gegevens van de Faculteit Geesteswetenschappen en ook inspraak willen in eventueel te nemen stappen om een eventueel tekort te dekken. Maar daar komen decaan en vice-decanen van de FEB met een bijdrage in het Financieel Dagblad die het doet voorkomen alsof er pas na de reorganisatie van 2010 sprake was van professioneel bestuur, nadat er gewied was in zogenaamd minder presterende onderzoeksgroepen en nog zo wat. Daarmee een causaliteit suggererend tussen het slechte functioneren van de FEB en dergelijke onderzoeksgroepen. Geen woord over de financiële puinhoop die er onder het toeziend oog van de heren hoogleraren, alles natuurlijk heel professioneel, op deze faculteit was ontstaan. Inderdaad moeten economen het meestal van de suggestie van bewijs hebben, en dat is ook hier het geval. Je hoeft echt geen hoogleraar economie te zijn om te begrijpen dat als je 60 op de 320 arbeidsplaatsen schrapt en je de bijkomende kosten op de UvA als geheel kunt afwentelen, zoals in deze reorganisatie het geval was, de begroting er weer een stuk vrolijker uitziet. Dat heeft allemaal helemaal niets te maken met de kwaliteit van individuele onderzoeksgroepen.

Maar het verhaal van de UvA economen is helaas nog schaamtelozer. Vice-decaan Roel Beetsma is een hoogleraar macro-economie die het presteert zijn promotie-studenten te vragen werkcolleges niet voor te bereiden omdat die tijd beter aan het proefschrift kan worden besteed, en die, bijvoorbeeld, weigert college te geven over de Grote Depressie in het eerstejaars college macro-economie, omdat hij daar niets van weet, of liever, omdat het hem teveel tijd kost zich daarin te verdiepen. Dat zo’n hoogleraar het presteert om over de verbeterde kwaliteit van de FEB te praten, en dat ook nog doet met een beroep op “historisch inzicht” is niets minder dan een gotspe. En ook de wendbaarheid van decaan Van Dissel kent geen grenzen.Na eerst een brief te ondertekenen waarin de loftrompet wordt gestoken over het goede resultaat dat door het opheffen van onderzoeksgroepen is bereikt, presteert hij het nog geen dag later in een publiek debat op de economie faculteit te melden dat opheffen van de onderzoeksgroep Geschiedenis en Methodologie van de Economie achteraf niet zo’n goed idee was. Wil de ware Van Dissel nu opstaan?

Full disclosure: ondergetekende hoorde bij deze laatste onderrzoeksgroep, had op dat moment een VIDI-beurs, een beurs voor excellente onderzoekers van NWO, en werkt ondertussen tot zijn grote tevredenheid aan de Universiteit van Lausanne, dat zijn taak aan de gemeenschap wel serieus neemt. Onder de overige slachtoffers bevonden zich de huidige vice-voorzitter van de British Academy en hoogleraar aan de London School of Economics, een ERC-laureaat die met zijn Europese miljoenenbeurs zeer welkom was in Cambridge, en een student die met een prestigieuze en zeer competitieve Rubicon-beurs naar Yale is vertrokken. Maar economen hebben, zoals ze de afgelopen jaren afdoende hebben laten zien, een broertje dood aan geschiedenis en reflectie op hun eigen vakgebied, dus zijn zo’n club slimme lastposten liever kwijt dan rijk. UvA-studenten en medewerkers: jullie hebben groot gelijk, en laat je door UvA-economen geen oor aannaaien.

Harro Maas

Hoogleraar geschiedenis van de economie
Centre Walras-Pareto for the history of economic and poltiical thought
University of Lausanne


No comments:

Post a Comment